Het verlangen te kunnen omdenken

Posted Oct. 19, 2015 by Barbara Raes

Een burn-out ontstaat wanneer de kloof tussen je eigen diepe overtuigingen en de overlevingspatronen van je dagelijkse praktijk te groot geworden is. Daar waar passie en onmacht elkaar ontmoeten. Elk tijdperk kent zijn valstrikken, en uitgeput zijn is van alle tijden. Wat echter telt, is hoe we ermee omgaan.

Een goed jaar geleden kwam dat ‘burn-outmonster’ bij mij op bezoek. Niet helemaal onverwacht. Het specifieke aan door een burn-out gaan is dat je, in tegenstelling tot wanneer je ‘oververmoeid’ of ‘overwerkt’ bent, tijdens het ziekteproces sterk geconfronteerd wordt met ethiek en wereldbeelden. Je voelt je totaal vervreemd van bepaalde hedendaagse waarden en normen, die voor anderen hoog op de agenda staan. Je interne dialoog geraakt bedolven onder een eindeloze lijst van maatschappelijke tegenstrijdigheden.

Mijn ziek zijn was een zoeken. Niet een zoek zijn. Ik ontdekte voor mezelf twee toekomstige manieren van leven, twee manieren van stenen stapelen: ik kon cynisch worden, de zoektocht naar schoonheid en eerlijkheid verlaten en mijn stenen verticaal op elkaar stapelen; of ik zag de ziekte als een uitnodiging en een bijzonder vruchtbare context om te ‘vervellen’ en mijn stenen horizontaal, één voor één, als een nieuw pad voor me neer te leggen.

Graag getuig ik vandaag voor jullie over het proces van het horizontaal stapelen, en dat in de vorm van een brief. Een brief aan het verlangen. Het verlangen te kunnen ‘omdenken’, zodat je terug kan samenvallen met jezelf, ondanks een maatschappelijke context waarin de afstand tussen ‘waar je graag wil voor staan’ en ‘waar je helaas moet in meedraaien’ soms onoverbrugbaar lijkt.

Beste verlangen,

Het afgelopen jaar was jij de meest aanwezige in mijn leven. Jij, het verlangen om te kunnen ‘omdenken’, om het leven opnieuw vorm te geven. ‘Stralend opbranden' was één zaak, maar van daaruit vervellen, van het oude leven naar het nieuwe of herdachte leven, was een grotere oefening in her-formatteren. De vraag was niet of ik me nu wel of niet kon verzoenen met wat er gebeurd was, maar hoe ik verder moest redeneren, nu ik besloten had dat er een diepere behoefte aan de oorzaak moest liggen van wat me was overkomen. Steen voor steen, zo wou ik het nieuwe pad leggen, vanuit de wens “de tijd aan mijn zijde te houden” en alle druk en drukte uit het oude leven te bannen.

De zoektocht naar het omzetten van theorie in praktijk deed mij tussen rust en onrust wonen. Ik gaf mezelf een jaar “verveltijd”. Ik twijfel nog steeds of dit het langste of het kortste jaar uit mijn bijna vier pittige decennia is geweest. Grote woorden over transitie in eigen praktijk omzetten, vraagt een eerlijk traject van de transitiewerker. Twee bronnen vormden zonder twijfel mijn rots in de branding: “Het werk dat weer verbindt” van Joanna Macy2 en de “Theory U”3. Dit laatste theoretische model gaat ervan uit dat fundamentele systeemverandering begint bij jezelf: je daalt af (langs het ene been van de U) om - na een diepgaande omslag - (langs het andere been) terug naar boven te klimmen. Het afdalen is een oefening in loslaten, ondanks alle angsten en de wil om terug te keren naar datgene wat je kent, naar veiligheid. Je moet dus eigenlijk ont-leren en de aannames en patronen in je hoofd doorbreken. Opnieuw leren kijken. Onderaan het been moet je door het oog van de naald en alle bagage achterlaten. Het klimmen is het uitstippelen van de nieuwe weg en die vorm geven. Helder, met nieuw perspectief en vol energie.

Eén jaar, dus, om om te denken vanuit een oprecht gevoel dat het anders kan. Veel verzet, veel ontroostbare momenten, veel grote woorden en evenveel kleine revoluties.

Alain de Botton voert in zijn boek “Religion for atheïsts” een pleidooi voor universiteiten, waar de vakken het leven van de studenten verhelderen en niet alleen academische doelstellingen nastreven. Zijn ‘School of life’ is zo’n soort instituut waarin het lessenpakket zich aanpast aan dringende persoonlijke en ethische dilemma’s van de studenten. Deze ‘levensschool’ vertrekt vanuit de basisfilosofie dat we vooral leren door veel te delen met elkaar. Wat ik met jullie wil delen (in dagboekvorm) is het perspectief van het kunnen omdenken van het leven in een wereld waar dat niet persé voor waar of haalbaar gehouden wordt.

Om de tijd aan mijn zijde te krijgen hield ik me in dit jaar vast aan het Keltische jaarwiel. Die kalender staat dichter bij de levenscyclus van de natuur en helpt vanuit die verbinding anders naar de dagen, maanden, seizoenen en halve seizoenen te kijken.

AUTUMN EQUINOX (21 SEPTEMBER)

Vakgroep ‘Selkies’; Les: ‘Vervellen’

Elk jaar op midzomernacht zwemmen een twaalftal selkies naar een hoger liggende rotswand, ergens aan de Shetlandeilanden. Twaalf magische selkies die zich die nacht ontdoen van hun glimmende zeehondenhuid, om zich te ontpoppen tot twaalf prachtige mannen en vrouwen. Ze dansen en bedrijven de liefde tot de ochtend. Om daarna, nog voor de zon opkomt, hun zeehondenhuid weer aan te trekken en zacht de zee weer in te glijden. De vrouwen met nieuwe selkies in hun schoot.

Het zijn ‘vervellers’ die selkies. Ze ontdoen zich van het oude en zwemmen zwanger van het nieuwe en onbekende de volle zee in. Ik voel me als een selkie, aan het begin van dit vervellingsproces

Het nieuwe leven begint met de zoektocht naar wat een mogelijke toekomst kan zijn voor mezelf, voor de veranderende wereld, en voor mezelf in die veranderende wereld. Welke ingrediënten zijn er nodig om te bouwen aan een eenvoudig en eerlijk toekomstrecept?

Alvast dit: een veilige plek. Een plek waar je mag ‘vervellen’ Waar je de huid van je oude identiteit, die nog stevig aan je botten kleeft, langzaam kan afleggen, en op zoek kan naar die nieuwe huid, die je in je dromen ziet schitteren FoAM, in Brussel, is zo’n plek, waar mensen in transformatie terecht kunnen. Een “transiency” noemen zij dat: een residentie voor iemand in transformatie. Als dit begrip nog niet bestond, dan had ik het graag zelf uitgevonden. Er is namelijk geen beter woord te bedenken voor de transitie waar ik doorheen moet.

Dat die “transiency” begint op Autumn Equinox is ook geen toeval. De warmste dagen en de uitbundigheid van de grote zomeroogst hebben we achter de rug. Het is tijd om wat meer naar binnen te keren. Er is evenveel dag als nacht. Evenveel licht als donkerte. Een goed moment om evenwicht te zoeken.

SAMHAIN (31 OKTOBER)

Vakgroep ‘Experimenteren’; Les: ‘Pre-enacting the future’

FoAM sleept me al snel mee in hun wereld. Ze vragen me om deel te nemen aan een workshop “The future of doing nothing”. Ik ga graag in op de uitnodiging. Geen leven zonder “doing nothing”. Lanterfanten. Alleen. Met je lief. Met je vrienden. Gewoon niets doen. Het omgekeerde van ‘Brussel Centraal’.

De workshop ontplooit zich in instructies maken voor de nabije toekomst. “Pre-enacting the future”. We leven voor een uurtje alsof we in 2024 zijn en ik doe me voor als een gerespecteerd ritueelbegeleidster. De anderen genieten van het spel. Alsof we al lang door die moeilijke transitieperiode heen zijn. Alsof we ontsnapt zijn aan alle gevolgen van wat we op ons af zien komen en alsof we met een aantal selkies samen die rotswand hebben gehaald. Ik zie ons dansen in 2024, dansen omdat we de tijd vooruit konden zijn. Omdat we de druk van het abstracte gegeven ‘tijd’ hebben uitgeschakeld en onze dagen hebben gevuld met activitijd in plaats van activiteit.Ik voel het optimistische potentieel van ‘pre-enacting the future’.

In FoAM plantte ik de eerste zaadjes van wat een mogelijke toekomst zou kunnen zijn, alleen zag ik het toen nog niet… Ik sprak nog niet veel over mijn onderzoek. Wel deelde ik wat 'future'-tijd met bijzondere mensen, de FoAmies, maar ook met andere schone mensen, die mee durven anders denken. Zoekers, verbeelders, kunstenaars.

Zo vierde ik een soort “vervroegd nieuwjaar” in het gezelschap van zes fantastische vrouwen, waarbij ik de kracht van het ritualiseren herontdekte. Samhain is volgens de Keltische kalender de overgang van een oud naar een nieuw jaar. Volgens de Kelten begon alles, elk nieuw begin, vanuit het donker. Zij rekenden dan ook in nachten en in winters. Het werd een verbijzonderend ritueel waar veel toekomst in de grond werd gestopt, in de hoop dat er tegen Beltane (de voorjaarstegenhanger van Samhain) misschien iets zou kunnen bloeien.

WINTER SOLSTICE (21 DECEMBER)

Vakgroep ‘Ontroostbaarheid’; Les: ‘Compassie

Afscheid nemen is ook met mildheid naar je eigen afgelegde weg kijken. In het oude leven was ik een organisatie geworden, een wandelend gebouw. Ineens zit ik zonder die identiteit. Ik was altijd ‘Barbara komma een titel’. Nu ben ik ‘Barbara komma niets’. Dat doet maatschappelijk en sociaal niet altijd veel deugd. Meer dan ooit ben je je visitekaartje, ‘wat je doet’. Wie je bent of hoe je bent, doet er al veel minder toe

Tegen deze tijd, de langste nacht, heb ik al vaak gedacht door het oog van de naald te zijn gekropen en te kunnen beginnen aan mijn tocht op het andere been…Maar het oog is streng en integer: diepgaande transitie vraagt veel tijd. Oude patronen worden kleine symbolische sterfgevallen. Loslaten, loslaten, loslaten. Het moeilijkste van het bouwen aan het nieuwe leven is je eigen verzet tegen het verlangen naar het oude. Het zo vertrouwde en veilige, datgene wat ik zo goed kende. Er is nood aan compassie, door anderen soms verward met nood aan aandacht. Mededogen is in onze individualistische, seculiere samenleving langzaam aan het verdwijnen.

Behoefte dus aan afscheid nemen…met mildheid. Een afscheidsritueel op de langste nacht van het jaar, met mijn ex-collega's, brengt me waar grote nood aan was: vuur, een afscheidsbrief en veel vriendschap. Het feest van het mislukken.

Het was in de kracht van dit ritueel dat ik voelde wat er eigenlijk al lang op mij lag te wachten: ik wil niet-erkend verlies markeren. Die momenten in het leven waarover we niet mogen rouwen, die we vergeten te ritualiseren omdat we in een wereld leven waarin zelfs zoiets als verdriet veel te snel geconsumeerd moet worden…zonder de vraag hoe het werkelijk met je gaat. Samen een afscheidsritueel maken en ervaren helpt om onze weerbarstige, kwetsbare samenleving bij elkaar te houden. Het is de langste nacht van het jaar en ik besef dat al die feesten te maken hebben met het willen keren van de zon. En dat er grote rituelen nodig zijn om die omkering te laten plaatsvinden.

IMBOLC (2 FEBRUARI)

Vakgroep: ‘Herhaling’, Les: ‘Noodzakelijk

Opnieuw. Hetzelfde. Idem. Alweer over loslaten. Alweer over angst. Ik stel mezelf de verboden vraag: waarom klim ik niet gewoon terug naar boven langs het gekende pad?

SPRING EQUINOX (21 MAART)

Vakgroep ‘Dwarse laarsjes’, les: ‘Schrijf je eigen handleiding

Het is hard gaan waaien in cultuurland4. Zo hard dat mensen hun laarzen dwars moeten aandoen om tegen de storm in vooruit te kunnen. Die dwarse laarsjes zorgen voor beweging. En er is veel beweging, beweging die voortkomt uit een terechte verontwaardiging. Het gaat over waarden en hart of hard. En zie daar: een parade, zelfs in de gietende regen, liet geen enkel geëngageerd mens thuis!

Spring Equinox is de tegenpool van Autumn Equinox. Opnieuw zijn dag en nacht ongeveer even lang en staat de zon loodrecht boven de evenaar. Tijd om balans op te maken. Tijd om te evalueren. De tweede helft van mijn “transiency” in FoAM breekt aan en alles verloopt totnogtoe anders dan voorspeld. Zo gaat dat als je reist in het niet-weten. Het navigeren in het donker blijkt langer te duren dan verwacht. Ik dacht dat de pijn van het vervellen stilaan zou wegebben, maar zo gaat dat niet met zeehondenhuid. De gedachte dat ik het oude vlot kon uittrekken en zomaar een gladgestreken glimmende nieuwe huid kon aantrekken, blijkt een fabel. Het is eerder een cyclisch proces van aantrekken en weer afdoen, van schitteren en verschrompelen. Sommige dagen denk ik liever niet meer te willen transformeren, vooraleer ik precies weet hoe ik er daarna zal uitzien. Andere dagen knijp ik gewoon mijn neus dicht en spring ik in het diepe

Er bestaat geen handleiding voor wat ik nu doe, ik schrijf ze zelf en noem het dan maar mijn ‘vervel-universiteit’. Het is een compilatie van intuïtie, intellectuele voeding, herstel, vertrouwen, interesses, recepten, experimenten, nieuwe kennis en kennissen. Eigenlijk lijkt het proces op een grote “baboesjka”. De poppetjes worden steeds kleiner en ooit kom ik bij de kern, dat mini-popje, het kleine echte leven, ontdaan van alle rondvliegende brokstukken.

BELTANE (1 MEI)

Vakgroep ‘Spinnen’; Les: ‘Katharsis

De bedoeling is te springen. We staan bovenaan een klaterende waterval. De bedoeling is te springen. Dat zag ik iedereen voor me ook al doen. Ik hield me niet bezig met het bestuderen van de technieken van anderen, sloot gewoon mijn ogen en liet me vallen. Het resultaat was een ongelofelijk sterk gevoel van adrenaline, een soort vreemde trots dat ik dit gedurfd had én een paar enorme blauwe plekken op voorspelbare plaatsen, plekken die mij dagen nadien nog herinnerden aan mijn moed en mijn dwaasheid. Als je bang bent om te springen, moet je misschien toch wat trager door het leven gaan…

Traagheid is niet mijn ding en toch is het nu mijn keuze. Alles zijn tijd geven en geen bonsaïboompjes voor ijsjes verkopen. Als mijn techniek hapert, omdat ik in een dappere bui vergeet te remmen, zijn mijn paranimfen bij FoAM er om mij te herinneren aan de consequenties van mijn gekozen weg.

Op FoAM wordt elke overgang geritualiseerd. Zo vieren we ook Beltane, gecreëerd vanuit de flow van een sonate. We zijn met zijn vieren in transitie: een biochemicus, een muzikante, een filosofe en ikzelf met mijn ondefinieerbaar statuut. We waren spinnen. We doolden verloren rond in een web dat niet meer functioneel voelde. Spinnen eten hun web op wanneer het voor hen niet meer werkt, en creëren nadien een nieuw web. Zomaar, zonder emotie, zonder pijn. Misschien toch wat wat meer spin zijn?

Beltane heeft een soort klik gebracht. Het is de tegenhanger van Samhain. Het is tijd om te bloeien. De zon helpt me hierbij. De resultaten van zo lang zwanger zwemmen krijgen vorm. We zijn immers negen maanden verder.

Wat heeft de “transiency” dan zoal opgeleverd? Veel schrijfsels van gedachten; veel schrijfsels omwille van het concrete. Ik kreeg goed nieuws van de onderzoeksbeurs voor de ontwikkeling van alternatieve afscheidsrituelen voor niet-erkend-verlies. Ik volgde een degelijke opleiding om afscheidsrituelen te mogen begeleiden en werd gepimpt tot sociaal ondernemer. Ik getuigde meermaals over de lange reis die ik aan het maken ben en hielp zo anderen door hun burn-out heen. Ik bouwde meerdere toekomstmodellen en ging af en toe in op vragen uit het oude leven. De selkie zit over het algemeen goed in haar nieuwe vel, maar geraakt de oude passie toch niet helemaal kwijt. Misschien hoeft dat ook niet. Het kan zo heerlijk vertrouwd aanvoelen nog even in de oude huid te kruipen. Heel even maar…

SUMMER SOLSTICE (21 JUNI)

Vakgroep: ‘Valkuilen’, Les: ‘Ademen

We zijn er. Elke steen die ik de voorbije maanden op mijn pad heb gelegd, kantelt nu in de juiste richting. Op de dag dat de zon het hoogst staat, voel ik dat de vervelling compleet is. Goed nieuws bevordert goed nieuws en ik voel me een verrukkelijke suikerspin. Iedereen komt even van de energie van het goede nieuws proeven. Ondanks een jaar vertragen en de pogingen om het vol te houden, merk ik dat de valkuil van de kruissnelheid al snel weer opduikt. De FoAmies wijzen me op die valkuil en helpen keuzes maken.

Eén keuze is om met de nieuwe huid aan, midden in het oude leven te gaan staan. Ik zoek de oude omgeving op, spreek af met ex-collega’s, deel mijn ervaringen en reis naar Berlijn voor de wereldpremière van Jan Fabres 24 uur durende voorstelling ‘Mount Olympus’. Omdat mijn onderzoek de komende jaren focust op ritualiseren, bekijk ik die 24 uur als een geheim verbond tussen kunstenaar, performers en publiek. Een verbond dat alleen maar te lezen valt als één langgerekt ritueel. ‘Mount Olympus’. De berg staat even symbool voor de berg waar ik de voorbije maanden overheen klom. Inspirerende overmoed, waarin je als toeschouwer en als theatermaker probeert je de tijd terug toe te eigenen.

Summer solstice vieren we op de langste dag. Ik ben een weekend in Berlijn en het voelt als zeven dagen. Wat als elke week een weekend van zeven dagen kon voelen? Het is eenvoudig. Het meervoud van lef is leven. Het leven léven kan alleen maar door te durven die andere boot te nemen. Je laten varen maar ook sturen. Onbekende havens aandoen en goed om je heen kijken. En dan nog eens opnieuw kijken. Jan Fabres boodschap op het eind van de voorstelling vatte het goed samen: “Enjoy your own tragedy. Breathe, just breathe. And imagine something new”.

LUGHNASADH (1 AUGUSTUS)

Vakgroep: ‘verlangen’; Les: ‘een zaak van liefde’

Lugnasadh viert het huwelijk van Lugh, de lichtgod. Het is tijd om te oogsten! De “transiency” loopt ten einde. Een laatste fase wordt ingezet. Laat dit nu net de meest fantastische en tegelijk de meest verschrikkelijke fase zijn. Is het dan in evenwicht? Het voelt zo en ik kan niet uitleggen waarom. Het is een zaak van verlangen en liefde en dat moet zo blijven. Stil en oprecht.

Een residentie bij FoAM is niet bedoeld voor de creatie van kunst, maar voor de creatie van “levenskunst” en en bijgevolg voor “levenskunstenaars”. De parallel met het productieproces bij kunstenaars is legitiem: een bestemming voor ogen hebben, maar de vorm niet kennen; experimenteren zonder strategie; het proces eren; de mislukking vieren en vooral: de vorm vinden doorheen het verlangen die te bereiken. Het “niets” als basis om te kunnen creëren. Niets doen in tijden waarin geen tijd is voor niets en dus .ook geen tijd om niets te doen.

Als ik één kunstwerk zou mogen kiezen dat het dichtst in de buurt komt van mijn afgelopen jaar, dan is dat Joëlle Tuerlinckx’: ‘Hier een gat in de muur maken om de andere kant te zien’. Achter een glazen plaatje hangt een papier met daarop de tekst ‘Hier een gat maken in de muur om de andere kant te zien’. Een kruisje duidt aan waar het gat in de muur gemaakt moet worden. Deze kant is slechts de helft van het werk, want op de achterzijde (die evengoed de voorzijde zou kunnen zijn) staat dezelfde tekst, maar dan in het Frans: ‘Ici faire un trou dans le mur pour voir de l’autre côté’. Het is een eenvoudig werk, waarvan de kracht ligt in de schoonheid van complexe duidelijkheid. Als je als toeschouwer wil meegaan in dit idee, dan ‘verdwijnt’ de muur. De kunstenares toont aan dat de muur slechts een toevallige materiële grens vormt en suggereert om er doorheen te breken. Maar als je erdoorheen bent is de omgekeerde beweging al even relevant. In haar kunstwerk ligt voor mij de uitnodiging om om te denken. Maak een gat, verdwijn erin en ontdek hoe het anders kan.

Ik heb het voorbije jaar uren naar die woorden zitten staren. Het gaf me troost en compassie in een jaar van verzet. Het is een werk dat het verlangen een platform biedt, maar simultaan veel weerstand geeft. Het is stug en zacht tegelijkertijd. Ook dat is wat het verlangen mij heeft geleerd: dat het je kan laten vliegen, maar dat je zelf verantwoordelijk bent voor de landing.

Ik ben er nu klaar mee met dat verlangen en kan het recht in de ogen kijken:

Beste verlangen,

je bood me mogelijkheden en toonde me de grenzen; je liet me branden van goesting en uitmunten in ontroostbaarheid; je confronteerde me met wat ik wou achterlaten en toch steeds weer wou meenemen. Je deed me theorieën en gedichten ontdekken over jou, het universele en oninvulbare verlangen. Allemaal pogingen om het altijd weer verschuiven van het verlangen te vatten.

Beste verlangen,

je hebt me alle hoeken van de kamer laten zien. Ik ben kwaad op je geweest, meermaals heel erg kwaad. Ik heb je willen opeten of op zijn minst verbergen. Ik dacht dat je (niet) bestond, maar net die gedachte deed me alleen maar meer verlangen dan nodig. Door jou te deconstrueren ontdekte ik de (on)mogelijkheid, de liefde en de pijn. Ik begreep meteen weer waarom er zoveel kunst over jou is gemaakt en waarom we er zo graag over lezen en leren.

Bedankt verlangen, je mag nu wat verder in een hoekje van de kamer gaan staan en rustig meekijken naar de volgende jaren.

Ik kan het iedereen aanraden: transformatie tot dichtbij je kern. Je hoeft niet eerst ziek te worden om te weten dat de toekomst zal gemaakt worden door “omdenkers”, zij die oprechte vragen stellen, patronen doobreken, de brokstukken erbij nemen en ze lijmen in hun hart.

1 http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/09/12/stralend-opbranden-en-stenen-stapelen

2 Macy, J., ‘Coming back to life. The work that reconnects’, 2012

3 Scharmer, O., ‘Theorie U, leiding vanuit de toekomst die zich aandient’, 2012

4 Zie ook: http://www.rektoverso.be/artikel/dertig-variaties-van-verzet


Ook gepubliceerd in De Wereld Morgen en Medium